Syndroom van Cushing en de Buffalo Hump
De Buffalo Hump (vertaald de bison-nek) is een vetophoping bij, rondom wervel C7. Dit is de cervicale wervel, halswervel, nr 7 en hij is het meest prominent. Bovenin de wervelkolom heb je de zeven cervicale halswervels, dan heb je de twaalf thoracale borstwervels, en daaronder de vijf lumbale wervels en natuurlijk het stuitje, het bekken.
Hoe herken je de Buffalo Hump?
De Buffalo Hump die centreert zich bij C7, kun je ook zelf voelen. Ik heb hem niet, maar als je hem wel hebt, dan weet je ook wel dat je hem hebt. Het is een vrij dikke centrering van vocht, vet op die plek (onderaan de nek, tussen de schouders eigenlijk). Vaak zie je bij dat soort mensen dat ze ook een beetje met hun hoofd gebogen zitten, staan en lopen.
Hoe kom je aan een Buffalo Hump?
De oorzaak kan komen door een te hoge hoeveelheid Cortisol (het stresshormoon) in je lichaam. Dat is natuurlijk met betrekking tot het syndroom van Cushing, daar wordt dat echt aan gelieerd. Wat je er aan kan doen dat is natuurlijk zorgen dat je het niet hebt. Je kan het verhelpen met medicatie, al ben ik daar persoonlijk niet voor.
Maar je kunt zeker zorgen dat je minder vetophoping hebt, dus afvallen is natuurlijk een hele mooie optie. Lokaal vet verbranden dat is helaas een utopie: je gaat vet verbranden. Je kan niet zeggen: “ik heb veel vet op mijn buik dus ik wil daar vet verbranden”. Dat kan niet. Dus hierboven, bij je nek, kan dat ook niet. Je kan natuurlijk in zijn geheel vet gaan verbranden, maar je kan ook specifieke oefeningen doen.
Welke oefeningen zijn er tegen Buffalo Hump?
Je kan specifieke oefeningen ertegen doen, en daar ben ik natuurlijk dan weer voor (als fysiotherapeut) om jullie die te gaan vertellen. Je wil natuurlijk de gebogen, bijna hoekige, positie die je hebt met het hoofd zoveel mogelijk voorkomen. Dus dat je hoofd naar achteren gaat, en het mooiste om dat te doen is met de schouders, dus de schouderbladen.
De gebogen positie wil het hoofd natuurlijk graag, want je hebt die ophoping. Hierdoor maakt je nek een hoek ten opzichte van de rug. Je wil het hoofd omhoog doen, maar die wordt ook altijd beperkt door mensen met dit syndroom van Cushing of in ieder geval deze Buffalo Hump. Dus probeer het op te gaan bouwen.
Dus oefening nummer 1 is: naar achteren met het hoofd kantelen. Kijken naar het plafond, dat is eigenlijk de eerste oefening die je zou kunnen doen. Mooi is om daarbij je ademhaling te gebruiken, dus adem in en uit.
Als je uitademt op het moment dat je een beweging doet, dan merk je dat je vaak ook net even wat verder komt. Dus inademen als je hoofd naar voren buigt, en uitademen als je naar het plafond kijkt. Die oefening kun je combineren met de hand op het voorhoofd en een beetje doorduwen om verder te kunnen komen.
Het is nooit het doel om pijn te hebben tijdens een oefening, dat wil je zelf ook niet. Dus tot de pijngrens is goed, maar ga er niet overheen. Dan zal je zien dat je week na week, want dit is niet zomaar opgelost, verder komt. Dat het minder pijn gaat doen, dat je mobiliteit verbetert, dat soort dingen.
Dus deze oefening is eigenlijk oefening nummer een in combinatie met ademhaling, adem in, adem uit. Maar dus ook eventueel met hand op het hoofd.
Oefening nummer 2 die je zou kunnen doen, is het maken van een onderkin. Heel charmant. Lekker om het zo in de spiegel te doen, en naar je zelf kijken. Dus goed met het hoofd naar achteren, dus ook met de kin, zo maak je eigenlijk een onderkin. Hierdoor probeer je de halswervels, die eigenlijk hol staan, wat af te vlakken. Nou dat kan niet helemaal natuurlijk, maar je probeert het een beetje af te vlakken door die onderkin te maken. De houding terug is niet zo interessant, want die heb je toch wel, maar vooral die houding naar achteren (de onderkin) is belangrijk.
Deze oefening kun je ook weer doen met hand erbij, maar nu bij de kin. Bij het voorhoofd niet, want bij het voorhoofd ga je meer het hoofd kantelen zoals bij oefening 1.
Dus dynamisch doen, de eerste oefening en de tweede. Dynamisch betekent: in beweging. Of je kunt hem vasthoudend doen, en dat is dus met behulp van iets externs. Je kan ook een elastiek om je hoofd doen, maar dat is iets minder prettig. Je moet gewoon voorzichtig met je hand meehelpen, want dan heb je er wat beter invloed op.
Dan gaan we naar oefening nummer 3: en dat is natuurlijk met de schouders, met die schouderbladen. Dus let erop als je die oefening gaat doen goed rechtop zittend en met je schouders naar achteren en terug. Schouderbladen gaan natuurlijk naar elkaar toe en terug, en dan kun je een beetje het hoofd meenemen met die onderkin (als schouderbladen naar achteren zijn) en terug, want je wil natuurlijk dat dit gebogen gedeelte natuurlijk wat vlakker gaat worden, en terug. Naar je toe met het hoofd mee en terug. Dat is oefening 3 die je zou kunnen doen.
Vasthoudend kan natuurlijk ook, dat je de schouders met je handen vasthoudt, dat kan niet met iets externs. Als je vasthoudt (dat is stretchen), en je hebt als doel om wat meer ruimte te creëren, doe dat dan minstens 20-30 seconden anders heeft het geen functie. Dus houd deze positie een tijdje vast, met de schouders naar achteren, ongeveer 20 seconden. Dat is best lang, blijf doorademen, goed met je hoofd naar achteren en ontspan dan weer. Dat is een mooie oefening om te doen.
De vierde oefening die goed is om te doen is met de ene hand de andere hand op de rug proberen te bereiken. De rechterarm gaat omhoog en de arm buigt over de schouder naar beneden. De linkerarm hangt naar beneden en de onderarm buigt op de rug omhoog.
Sommige mensen kunnen de handen raken, maar lang niet iedereen. Doe dit ook andersom, dus linkerarm naar boven en rechterarm via de rug. Als je handen elkaar niet kunnen raken, pak er dan een handdoek, sjaal of ceintuur bij, en die houd je met beide handen vast. Je gaat goed rechtop zitten, en dan stretch je hem naar achteren (alsof je je rug afdroogt). Ook weer met het hoofd meebewegen, dat kun je bij deze oefening zeker hartstikke goed doen. Je houdt deze positie even vast, en met behulp van die handdoek kom je er dan bijna bij.
Misschien lukt het je iedere keer om weer wat verder te komen, dat zou natuurlijk ook kunnen. Je wordt er natuurlijk ook steeds beter in als je het vaker doet. Ook deze oefening kun je dynamisch doen, dus het bewegen ervan of statisch, isometrisch noemen ze dat ook wel. Als je deze oefening met een kant hebt gedaan dan wissel je, de handdoek naar de andere kant (in je andere hand).
Waar het om gaat in deze oefening: buig je armen naar achteren, en sta goed rechtop. Het kan dus statisch, isometrisch, of dus dynamisch (in beweging).
Dat zijn eigenlijk de vier oefeningen waarvan ik zeg: die hebben functie, die zijn nuttig.
Kort samengevat
Oefening 1: naar achteren kantelen van het hoofd, met eventueel de hand op het voorhoofd.
Oefening 2: hoofd naar achteren trekken door een onderkin te maken.
Oefening 3: de schouderbladen naar achteren, met eventueel ook het hoofd meenemend.
Oefening 4: de oefening met die handdoek achterlangs.
Wat sowieso goed is om te doen, is om te kijken of je algeheel wat vet kwijt kan raken. Dit kan door afvallen, andere voeding, of bewegen uiteraard. Maar ook ontspanning is erg belangrijk. Dat is natuurlijk ook een goeie manier om algeheel wat meer vet te verbranden.
Tenslotte nog een leuke oefening, De Y, de T en de V. Maak met je armen deze letters, zodat je met je armen nog wat meer gaat doen. Dit zouden we Oefening 5 kunnen noemen.
Heb jij een idee voor een blog of vlog? Neem dan contact met me op, en wie weet lees je er binnenkort meer over op mijn website of zie je het terug op mijn YouTube kanaal.